Een echo of echografie is bij de meeste mensen bekend door het zichtbaar maken van een ongeboren baby tijdens de zwangerschap. Maar ook voor de fysiotherapeut is deze techniek een prima hulpmiddel. Echografie kan namelijk heel goed worden gebruikt om spieren, pezen, kapsel, banden, zenuwen en bloedvaten weer te geven. Daarnaast is een echo soms heel nuttig om tijdens het revalidatieproces het herstel te volgen.
Enkele toepassingen van echografie bij fysiotherapie zijn klachten aan de:
• Spieren (scheuren, littekens, kalkneerslag)
• Pezen (scheuren, degeneratie, kalkneerslag)
• Slijmbeurzen (ontstekingen, vochtcollectie, kalkneerslag)
• Gewrichtsbanden (scheuren, verdikkingen)
• Meniscus (oppervlakkige scheuren, cystes)
• Botten (losse botfragmentjes, breukjes, indeukingen, groeischijven)
• Zenuwen (ligging in tunnels bijvoorbeeld bij de carpale tunnel)
Wanneer heeft u baat bij echografie?
Echografie kan bij iedereen worden toegepast. De kwaliteit van pezen, spieren en gewrichten is met echografie goed in beeld te brengen. Hierdoor wordt duidelijk hoe uw belastbaarheid is en wordt een gerichte training en behandelkeuze mogelijk. Dit zorgt ervoor dat uw behandeling een stuk efficiënter en sneller kan verlopen. Het gevolg is dat u zo snel mogelijk weer klachtenvrij bent.